5. Hoe herken je een eerste druk? En de tweede en de derde?
De eerste zes drukken van Het Achterhuis onderscheiden zich door de kleur van de opdruk van de auteursvermelding op het stofomslag. Bij de 1e druk is dat geel, bij de 2e druk blauw, bij de 3e druk oranje, bij de 4e druk rood, bij de 5e druk muntgroen en de 6e druk groen-blauw. Een ander onderscheidend kenmerk is de kleur van het buikbandje, dat vaak ontbreekt. Bij de 1e druk is de kleur van het buikbandje geel, bij de 2e druk blauw; en bij de 3e druk oranje. Volgende drukken hadden geen buikbandje.
De 1e tot en met 4e druk werden gedrukt op grauw papier en gebonden in een eenvoudige kartonnen kaft met naam van auteur, titel en uitgever op een rechthoekig oranje gekleurd vlak. De 5e en 6e druk hebben een blauwe linnen band met daarop de titel Het Achterhuis in vergulde letters.
De 1e druk onderscheidt zich verder door de vermelding Proloog-reeks op de Franse titelpagina, d.w.z. de pagina in de beginsectie van het boek met daarop uitsluitend de titel. Parallel aan het tijdschrift Proloog had uitgeverij Contact de Proloog-reeks opgezet, een reeks waarin werk van jonge auteurs een plaats kon krijgen. Tussen 1945 en 1947 verschenen er zeven delen in de Proloog-reeks, waaronder de eerste uitgave van Het Achterhuis. De vermelding Proloog-reeks ontbreekt in de 2e en volgende drukken.