In opdracht van de Anne Frank Stichting heeft het Verwey-Jonker Instituut een onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van de coronamaatregels op het gedrag en welbevinden van jongeren. Door middel van uitgebreid literatuuronderzoek en gesprekken met docenten, jongerenwerkers en scholieren is gekeken welke problematische veranderingen er zijn opgetreden en hoe die veranderingen zich na het beëindigen van de maatregels verder hebben ontwikkeld. Het onderzoek richtte zich vooral op veranderingen die een relatie hebben met het lesgeven over de thema's democratie en rechtsstaat.
Uit het onderzoek komen drie belangrijke zaken naar voren:
1. De corona lockdown heeft voor (een deel van de) jongeren negatieve impact gehad op sociaalemotionele ontwikkeling, sociale vaardigheden en inlevingsvermogen/empathie. Ook heeft een veranderende omgang plaatsgevonden met sociale media/internet. Jongeren zijn ten tijde van de pandemie bovendien vaker online gegaan om te zoeken naar antwoorden op vragen over hun problemen en identiteit. Hierdoor is een deel van de jongeren extra gevoed door online content met radicaal en ondemocratisch gedachtegoed. Het gaat hierbij echter eerder om een versnelling van al langer bestaande trends dan van nieuwe ontwikkelingen. De lockdown periode heeft die ontwikkelingen versterkt, en was niet zozeer een oorzaak van de problemen. Dat is vooral terug te zien bij ontwikkelingen op de gebieden sociale media en verregaande individualisering.
2. Een aantal negatieve gevolgen van de lockdown periode lijken inmiddels te zijn afgenomen. Typische gevolgen van de coronamaatregelen zoals openlijk probleemgedrag lijken te herstellen. Er zijn ook blijvende trends te zien zoals:
a. Verminderde emotionele empathie en inlevingsvermogen naar anderen
b. Afgenomen vertrouwen in democratie en rechtsstaat
c. De impact van sociale media mediagebruik zoals de ondermijnende werking van desinformatie en het ontstaan van parallelle werkelijkheden (gesprek voeren wordt steeds moeilijker als gevolg van verschillende bronnen voor wat de ‘waarheid’ is).
3. In de coronaperiode is de ontwikkeling van empathie bij jongeren onder druk komen te staan, omdat zij minder in contact kwamen met emoties of perspectieven van anderen. Dit werd nog versterkt door verhoogde blootstelling aan desinformatie, influencers en gewelddadige games.
Uit het onderzoek blijkt dat de verschillende vormen van empathie belangrijk zijn voor het functioneren van de democratische rechtsstaat. Een afname van empathie kan een bedreiging zijn voor steun voor democratie en rechtsstaat en een actieve deelname daaraan. Om deze ingewikkelde afspraken en mechanismes te steunen, helpt het immers om met empathie te kunnen kijken naar positie en belangen van anderen in de samenleving. Het herstellen van empathie is voorwaardelijk voor zowel de educatie over democratie en rechtstaat als voor duurzame betrokkenheid bij abstracte begrippen als democratie en rechtstaat.
Lees het onderzoek
Onderzoek naar de gevolgen van de coronaperiode voor educatie aan jongeren (pdf)