Zijn alle Joden zionisten?

Zionisme betekent het streven naar een onafhankelijke Joodse staat. Het woord is afgeleid van Zion, de naam van een heuvel bij de stad Jeruzalem. Veel Joden voelen zich religieus of cultureel verbonden met dit gebied.

Het zionisme ontstond eind 19e eeuw: het kwam voort uit de eeuwenlange vervolging van Joden en de behoefte aan een veilige haven voor het Joodse volk. Tegelijkertijd paste het ook in de bredere context van nationalistische bewegingen in Europa, waarin veel volken streefden naar zelfbeschikking.

De begrippen Joden, Israëli’s en zionisten worden regelmatig door elkaar gebruikt. Ten onrechte. Wat betekenen de begrippen en wat zijn de verschillen?

  • Joden behoren tot het Joodse volk, door afkomst of door bekering tot het Jodendom.
  • Israëli’s zijn inwoners van Israël. Dat zijn merendeels Joden, maar ook tal van andere etnische groepen, waaronder Palestijnen en Druzen, en mensen met andere religies. Israël heeft 9,5 miljoen inwoners, waarvan ca. 75% Joden en 21% Arabieren.
  • Zionisten geloven in het bestaansrecht van een Joodse staat. Dat kunnen zowel gelovige en niet-gelovige Joden zijn, als niet-Joden.

Hoe is het zionisme ontstaan en hoe verhoudt het zich tot de oprichting van de staat Israël?

Vervolging

Joden zijn eeuwenlang vervolgd en verdreven. Al in de 6e eeuw voor Christus vond vanuit het gebied rond Jeruzalem de eerste grote diaspora (grootschalige verspreiding) van Joden plaats. De tweede grote diaspora volgde in de 1e en 2e eeuw na Christus, toen de Romeinse overheersers de Joden uit het gebied rond Jeruzalem verdreven. Deze Joden vestigden zich in Europa, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Latere vervolgingen, zoals de Spaanse Inquisitie en pogroms in Oost-Europa, dwongen Joden opnieuw te vluchten.

Als reactie op deze eeuwen van onderdrukking in Europa ontstond in de 19e eeuw het zionisme: een beweging die streefde naar de oprichting van een Joodse staat, als veilige haven voor het Joodse volk. Binnen de beweging bestond discussie over de plek waar die staat gevestigd zou moeten worden. Uiteindelijk viel de keuze op Palestina.

Oprichting staat Israël

De staat Israël is opgericht na de Tweede Wereldoorlog, in 1948, op de plek waar al duizenden jaren Joden en Arabieren woonden. De Verenigde Naties steunden de opdeling van het gebied, dat door de Britten werd gecontroleerd en toen nog Palestina heette, in een Joods en een Arabisch deel. De Joodse gemeenschap accepteerde dit plan, maar Arabische leiders wezen het af.

Van de Europese Joden die de Holocaust hadden overleefd trok een groot deel na de oorlog naar het toenmalige mandaatgebied Palestina en na 1948 naar de staat Israël. Zij zochten na de oorlogsverschrikkingen, vaak met verlies van een deel of hun gehele familie, een veilig heenkomen. Ook veel Joden uit Arabische (moslim)landen vluchtten of emigreerden in de jaren ’40 en ’50 naar Israël. Zij werden, mede als reactie op de stichting van Israël, in toenemende mate geconfronteerd met discriminatie, vervolging en politieke uitsluiting.

Nakba

Onder de Arabische bevolking in het gedeelte dat Israël zou gaan worden, en in de buurlanden, was er veel verzet. Ook zij ervoeren en ervaren vanwege hun historische wortels en religieuze overtuigingen een sterke verbondenheid met deze streek in het Midden-Oosten, hun woongebied en thuis bovendien. Direct na het uitroepen van de staat Israël in 1948 verklaarden vijf Arabische buurlanden Israël de oorlog. Israël won die oorlog. Veel Arabische bewoners vluchtten het land uit, velen werden uit hun woongebieden verdreven. De Palestijnen noemen dit de Nakba (Arabisch voor ramp/catastrofe). Voor veel Palestijnen vormt dit niet alleen een historisch trauma, maar ook een blijvend referentiepunt in hun nationale identiteit en gevoel van onrecht. Het recht op terugkeer naar hun woongebieden is een van de kernpunten van het Palestijnse verzet.

De geschiedenis van de staat Israël wordt mede gekenmerkt door strijd met de Arabische buren en de Palestijnen. Die zien Israël als bezetter. Er is veel kritiek op de Israëlische bezetting van gebieden die volgens het verdelingsplan van de Verenigde Naties aan de Palestijnen toebedeeld waren en op het bouwen van nederzettingen in deze gebieden. De bouw van nederzettingen en de strijd is nog altijd gaande.

Zionisme vandaag

Zionisme wordt tegenwoordig vaak als iets negatiefs gezien en zionist wordt geregeld als scheldwoord gebruikt. Een veelvoorkomend misverstand is dat zionisme gelijk zou staan aan het koloniseren van Palestijnse gebieden. Dat klopt niet: zionisme betekent in de kern het streven naar een Joodse staat. Tegelijkertijd bestaan er in Israël wel kolonisten die Palestijns gebied innemen, en ook de oorlog in Gaza wordt door veel mensen in dit licht gezien. Het is belangrijk onderscheid te maken tussen deze kolonisten en de bredere betekenis van zionisme.

Niet alle Joden wonen in Israël, niet alle Israëli’s zijn Joods en niet alle Joden zijn zionist. Daarnaast bestaan er ook niet-Joodse zionisten, zoals christelijke zionisten. Bovendien bestaan binnen de verschillende groepen uiteenlopende opvattingen over de strijd en mogelijke oplossingen. Veel Joden, binnen en buiten Israël, zijn voorstander van een Palestijnse staat naast de staat Israël. Datzelfde geldt voor zionisten.

In de huidige context wordt het woord zionist niet alleen als scheldwoord gebruikt, maar ook als verkapte vorm van antisemitisme: een codenaam in complottheorieën en stereotypen over macht, geld of samenzwering. Zo lopen kritiek op Israëlisch beleid en antisemitische beeldvorming soms gevaar door elkaar te worden gehaald.

Lees ook het onderzoek naar beelden van islamitische jongeren over zionisten en Joden:

Lees het onderzoek

Anne Frank Stichting, 28 augustus 2025.